Uncle Dave Macon is  geboren oktober 1870 in Smartt Station, Tennessee.
Overleden in maart 1952.
Muzikant (banjo); zanger; songwriter en comediant, actief in de jaren 1920 – 1952.

Actief als solist maar ook met The Fruit Jar Drinkers.

Bijnaam The Dixie Dewdorp. Hij was een van de eerste sterren op the Grand Ole Opry. Toen naar WSM radio station. In 1925 waren Macon en fiddle Uncle Jimmy Thompson (zie hiernaast) samen te horen op WSM Radio. Zijn carrière bij WSM radio duurde 26 jaar.

Hij heeft heel lang als amateur gespeeld. Zijn eerste professionele optreden was in 1921 op een school voor een Methodist church denefit. In 1923 werd hij gezien door Marcus Loew van Loew's Theater die gaf hem 15 dollars als hij zou komen optreden in Alabama. Toen werd hij gevraagd om in Birmingham te komen optreden. Hij verdiende toen enkele 100 dollars per week. Toen hij 50 jaar was vond hij zich zelf een professionele artiest.

In 1923 begon Macon een tournee in het zuid-oosten van de VS, samen met fiddler Sid Harkreader (zie hiernaast). Samen maakten zij in 1924 de eerste platen voor Vocalion Records.

In 1925 voegde Dancing Bob Bradford (een clogging dancer) zich bij het duo.
Later dat jaar werd gitarist Sam McGee (zie hieronder) zijn reguliere begeleider.

In 1930 nam Macon platen op voor Okeh Records en in 1934 voor Gennett Records. In 1935 begon hij opnames te maken voor Bluebird Records met the Delmore Brothers (zie hieronder).
Een paar jaar later (1938) maakte hij opnames met Glenn “Smoky Mountain” Stagner.

Tussen 1930 en 1952 werd Macon vaak begeleid door zijn zoon Dorris Macon (gitarist). Ze zijn samen nog op een film te zien van the Republic Pictures over Grand Ole Opry, waarin Macon op 69-jarige leeftijd zijn memorabele duet met Dorris zingt en van zijn stoel springt en gaat dansen halverwege het lied (Take me back to my Carolina Home).

Macon heeft nog getoerd met Bill Monroe (late jaren ’40), maar hij was niet zo onder de indruk van de new bluegrass stijl van banjospeler (en bandmaat van Bill) Earl Scruggs.